Poëzie opdracht

Gedicht 1;

Ze loopt, ze draalt, ze danst, ze stopt  a
Ze geeft, ze neemt, ze deelt, ze stopt  a
Ze pakt je in, ze duwt je weg, ze klopt je uit je jas  b 
En stopt je in alsof je kind was  b
En ziek van school zou zijn  c
Ze praat, ze fluistert, zingt ze stopt  a
Ze danst ze snuift ze drinkt ze stopt  a
Ze fladdert weg ze laat je los 
Ze klopt vervolgens aan je deur 
Alsof ze nooit echt weg was  b
Nooit weg zou kunnen zijn  c

Als ze lacht dan lacht de wereld met haar mee  a
Als ze huilt, huilt ze de zee  a
Als ze zwijgt, zwijgt ze de maan  b
En als ze van je houden zou
Als ze van je hield ging je eraan  b
Daar zou jij kapot aan gaan  b

Ze zoent, ze zoent, ze zoent, ze stopt  a
Ze gaat, ze komt, ze komt, ze stopt  a
Ze weert je af, ze trekt je aan,  c 
Ze klopt je in extra tijd 
Alsof je niet eens meedeed
Je nooit goed genoeg zou kunnen zijn
Je geeft, je neemt, je stopt, ze lacht  b
Je gaat, je stopt, je keert, ze lacht  b
Je bent eruit, je lacht haar toe, ze lacht je uit
Of toe of terug je weet dat je niet weg komt
Nooit echt bent weggegaan  c

En als ze lacht dan lacht de wereld met haar mee  a
Als ze huilt, huilt ze de zee  a
Als ze zwijgt, zwijgt ze de maan  b
En als ze van je houden zou
Als ze van je hield ging je eraan  b
Daar zou jij kapot aan gaan  b

En niemand kan haar redden
En niemand mag erbij
En niemand zal het weten
Alleen wij  a
Alleen wij  a
Alleen wij  a

Analyseren van gedicht 1;

- Onderwerp van het gedicht: Vriendschap, over een man die het gedrag beschrijft van een vrouw waar hij heel veel van houd.

- Hoofdgedachte van het gedicht: Een man die over een vrouw verteld. De vrouw is heel verschillend, de ene keer is ze heel erg lief en de andere keer is ze er niet meer.  

- Zit er rijm in het gedicht of niet?: Er zit eindrijm in bij de laatste woorden van de regel. Het is ook een beetje gebroken rijm, want niet alle rijmende zinnen staan onder elkaar. Gekruiste rijm en gepaarde rijm zit er ook wel in. Dat is heel verschillend. 

- Rijmschema (in het gedicht zelf).

- De vorm van het gedicht: Het gedicht heeft 5 coupletten. Telkens om en om; 11-6-11-6-6 regels. 

- De beeldspraak van het gedicht: * Ze fladdert weg = ze gaat weer weg.

* Als ze huilt, huilt ze de zee = Als ze huilt, dan huilt ze heel veel.

* Als ze zwijgt, zwijgt ze de maan = Als ze zwijgt, is ze ook heel erg stil.

- Kan ik enkele begrippen uit de lijst herkennen in mijn gekozen gedicht?: Ja, ik herken alliteratie. Namelijk; Ze loopt, ze draalt, ze danst, ze stopt. Ze geeft, ze neemt, ze deelt, ze stopt. Telkens kom je die Z weer tegen bij Ze. 

- Wat is mijn gevoel erbij? Welke stemming roept het gedicht op? Hoe laat het lezen van dit gedicht mij voelen?: Ik vind dit een mooi gedicht, omdat het verschillen heeft. De ene keer kan ze hard huilen, en de andere keer is ze zo stil als de maan. Zij is de ene keer weg, en de andere keer laat ze zien dat ze van hem houd. Je zal het nooit weten met haar, want ze is zelf heel verschillend. 

- Spreekt het gedicht mij aan of niet?: Dit gedicht spreekt mij wel aan, omdat ik het leuk vind dat zij een heel verschillend persoon volgens hem is. Zij maakt hem heel erg in de war, maar toch blijft hij volhouden en proberen.